De ‘Benodigde documenten voor aannemers' pagina is niet gevonden voor de doelgroep Aanvragers die u heeft gekozen.
Kies links in het menu voor informatie die wel beschikbaar is voor Aanvragers.
-
Mijn aanvraag is afgewezen omdat het IMG niet bevoegd is. Wat kan ik doen?
In de Tijdelijke wet Groningen staat dat wij in sommige gevallen uw aanvraag niet mogen behandelen. Bijvoorbeeld als u (eventueel na tussenkomst van de rechter) al een vergoeding voor immateriële schade van de NAM heeft gekregen. Dan is het niet meer mogelijk om bij ons een vergoeding voor immateriële schade aan te vragen.
Ook als u op dit moment betrokken bent in een gerechtelijke procedure tegen de NAM over de vergoeding van immateriële schade, of met de NAM onderhandelt over een vergoeding voor immateriële schade, mogen wij uw aanvraag niet behandelen. Dat kan alleen als u zich terugtrekt uit de gerechtelijke procedure of uit de onderhandelingen met de NAM.
-
Hoe kan het dat mijn huisgenoot een (hogere) vergoeding heeft gekregen dan ik?
Immateriële schade is schade die niet in het vermogen, maar op een andere manier – in de vorm van pijn, geestelijk leed, verdriet, of gederfde levensvreugde – wordt geleden. De vergoeding voor immateriële schade heeft als doel dit leed en verdriet te verzachten en genoegdoening te geven. Door dit bijzondere doel, is het recht op vergoeding van immateriële schade hoogstpersoonlijk.
Vanwege dat hoogstpersoonlijke karakter, brengen we met de regeling voor immateriële schade ook per persoon (in plaats van per huishouden) in kaart of en, zo ja, in welke mate iemand in zijn persoon is aangetast. Dit doen we door te kijken naar de twee onderdelen van de aanvraag:
- Deel 1: de feitelijke gegevens over de persoonlijke situatie (de bouwstenen).
- Deel 2: de antwoorden op de vragenlijst (de Persoonlijke Impact Analyse).
Soms kan het zijn dat de omstandigheden binnen een huishouden van elkaar verschillen, of anders worden gewogen. Zo wegen de omvang van de schade (bouwsteen 3) minder zwaar (namelijk voor 50%) en de doorlooptijd (bouwsteen 4) niet mee als iemand geen eigenaar is van de woning waaraan schade is ontstaan door de aardbevingen. Ook kunnen de gevolgen van de aardbevingen op de een meer impact hebben dan op de ander. Dit zien we terug in de vragenlijst, de Persoonlijke Impact Analyse. Dit kan leiden tot toekenning van een andere vergoeding.
In onze besluitbrief leest u hoe we uw situatie hebben beoordeeld.
-
Wat kan ik doen als ik vind dat maatwerk moet worden toegepast?
Uitgangspunt is dat aanvragen tot vergoeding van immateriële schade aan de hand van de gestandaardiseerde methode worden behandeld. Door te kijken naar feitelijke gegevens over de persoonlijke situatie (de bouwstenen) en de antwoorden op de vragenlijst (de Persoonlijke Impact Analyse) beoordelen we of het aannemelijk is dat sprake is van een persoonsaantasting en, zo ja, in welke mate. Hoe hoger het bedrag is dat wordt toegekend, hoe groter de mate is waarin we aannemen dat iemand in zijn persoon is aangetast door ervaren hinder, overlast, stress, frustratie, onzekerheid en boosheid als gevolg van de gaswinning.
Soms zijn de persoonlijke omstandigheden zo bijzonder en afwijkend, dat we maatwerk toepassen. Maar dit gebeurt alleen in uitzonderingssituaties. Namelijk wanneer er bijzonder ernstige persoonlijke omstandigheden spelen. Omstandigheden waarmee we met de gestandaardiseerde regeling evident geen rekening hebben kunnen houden. Omstandigheden die ertoe leiden dat de toegekende vergoeding niet passend is, gelet op uitspraken van rechters in vergelijkbare situaties. Bijvoorbeeld als iemand door de gevolgen van de gaswinning een psychische ziekte (zoals een posttraumatische stressstoornis) heeft ontwikkeld, en daardoor niet meer kan werken.
Als dat bij u zo is, dan vragen we u om zelf te onderbouwen dat dit bij u speelt. Ook zult u moeten onderbouwen waarom dit in uw situatie tot een hogere vergoeding moet leiden.
-
Hoe zijn de vaste bedragen bepaald?
We hebben ervoor gekozen om te werken met vaste bedragen van:
- € 1.500 in het geval van een persoonsaantasting;
- € 3.000 in het geval van een ernstige persoonsaantasting, en;
- € 5.000 in het geval van een bijzonder ernstige persoonsaantasting.
Als wordt gekeken naar de in Nederland gebruikelijke bedragen en bandbreedtes, en naar de bedragen die de Commissie Verheij heeft geadviseerd (namelijk maximaal € 3.000 per huishouden), zijn deze gekozen bedragen ruimhartig. In uitzonderlijke situaties kan de vergoeding hoger uitvallen.
-
Moet de regeling van het IMG niet worden aangepast na de uitspraak van de Hoge Raad van oktober 2021?
Nee. De uitspraak van de Hoge Raad is voor ons belangrijk, maar bepaalt niet hoe wij immateriële schade moeten vergoeden. Ook geeft het geen oordeel over onze regeling voor immateriële schade.
De uitspraak van de Hoge Raad is een bevestiging van een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Die uitspraak is een belangrijk gezichtspunt geweest bij de ontwikkeling van onze regeling voor immateriële schade. Toch hebben we bewust gekozen voor een andere methode, omdat we denken dat de problematiek van immateriële schade als gevolg van de gaswinning in Groningen meer omvat dan alleen fysieke schade.
Daarom houden wij rekening met meerdere indicatoren (locatie, veiligheid, omvang schade en doorlooptijd) om de nadelige gevolgen van de gaswinning voor een aanvrager in te schatten. Daarnaast bieden we aanvragers de mogelijkheid om hun persoonlijke ervaringen met de gevolgen van de gaswinning met ons te delen via een vragenlijst, de Persoonlijke Impact Analyse, die we ook meewegen.
Op deze manier kunnen ook mensen die maar één keer met fysieke schade te maken hebben gehad, en bijvoorbeeld een vergoeding via de Stuwmeerregeling hebben ontvangen, in aanmerking komen voor een vergoeding voor immateriële schade. Hetzelfde geldt voor mensen die nooit met fysieke schade te maken hebben gehad, maar bijvoorbeeld wel met versterkingsmaatregelen.
We denken hiermee niet alleen een juridisch juiste, maar ook rechtvaardige en ruimhartige regeling te hebben gemaakt voor Groningers, met zo veel mogelijk oog voor de menselijke maat.
-
Ik heb een brief van de NCG ontvangen, dat mijn huis mogelijk versterkt gaat worden. Kan ik al wel een aanvraag immateriële schade doen?
Om versterking of sloop/nieuwbouw te laten meetellen bij uw aanvraag voor immateriële schade moet u een besluit hebben ontvangen van de NCG waarin staat dat uw woning wordt versterkt of gesloopt. Ook zonder dit besluit kunt u een aanvraag doen, maar dan wordt de (mogelijke) versterking of sloop/nieuwbouw niet meegenomen in de beoordeling van uw aanvraag. Als later blijkt dat er een definitief besluit tot versterking of sloop/nieuwbouw is, dan krijgen we deze gegevens door van de NCG. Op basis van de nieuwe gegevens nemen we een opnieuw een beslissing.
-
Wanneer is er sprake van versterking of sloop/nieuwbouw?
Er is sprake van versterking als uw woning door de NCG (of een andere daarvoor bevoegde instantie) als onveilig is beoordeeld en in opdracht van de NCG (of een andere bevoegde instantie) versterkt moet worden. U hoeft hiervoor zelf in eerste instantie geen gegevens aan te leveren. Houd er wel rekening mee dat onderdeel zijn van het versterkingsprogramma van de NCG niet hetzelfde is als versterking. Er wordt eerst door de NCG gekeken in hoeverre de woning veilig is en daarna wordt beoordeeld of er versterking nodig is. Om te beoordelen of er sprake is van versterken of sloop/nieuwbouw gebruiken wij de gegevens die wij van de NCG ontvangen.
-
Wat is een wettelijke vertegenwoordiger?
Een wettelijk vertegenwoordiger is degene die het gezag heeft over het kind. Zij nemen beslissingen over de financiën, opvoeding en zorg van het kind. Meestal zijn dit de ouder(s).
Soms zijn dit niet de ouders. Zo komt het soms voor dat (vanaf de geboorte) maar één van de ouders het ouderlijk gezag heeft, of dat één van de ouders uit het ouderlijk gezag is ontheven. Ook kan het voorkomen dat een minderjarige onder het gezag van iemand anders staat, bijvoorbeeld een voogd.
-
Wat is de rol van de wettelijk vertegenwoordiger?
- Bij de aanvraag. De wettelijk vertegenwoordiger doet de aanvraag voor het kind.
- Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor het kind. Om de hoogte van de vergoeding voor het kind te bepalen, kijken we naar de hoogte van de vergoeding van de wettelijk vertegenwoordiger van het kind. Hebben beide wettelijk vertegenwoordigers een vergoeding gekregen? Dan gaan we uit van het hoogste bedrag dat één van de wettelijk vertegenwoordigers heeft ontvangen.