Verder naar inhoud
Terug naar overzicht

Schade-opnames begonnen: “eerst zien, dan geloven”

169.jpg

Een doordeweekse dag in Siddeburen, een dorp in de gemeente Midden-Groningen. We zijn op bezoek bij Jolanda Huisman, die mijnbouwschade heeft gemeld. “Ik zag zo op tegen al het gedoe.” Een verslag van een van de eerste schade-opnames.

 

De schade-opname bij Huisman maakt onderdeel uit van de eerste tientallen schade-opnames die sinds 18 april, na publicatie van de voorlopige werkwijze, plaatsvinden. De Commissie en haar schadeloket willen zo veel mogelijk leren van deze eerste kleine groep schademeldingen om daarna het aantal schade-opnames uit te bouwen naar honderden per week. 

Procedure

De schade van Huisman lijkt op papier een typisch voorbeeld van schade die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde behandeling, waarmee de Commissie zoveel mogelijk schademeldingen mee hoopt af te wikkelen. Een enkele scheur, in een woonhuis, geen openstaande procedures bij andere instanties en naar schatting minder dan 10.000 euro schade. Nu moet blijken of dat klopt. En of er werkelijk grote aantallen schademeldingen mee afgewikkeld kunnen worden.

Nadat er vanuit het schadeloket enkele malen is gebeld om tot een afspraak te komen, is het dan zover. In de keuken schuiven aan zaakbegeleider Wim Jaap Hoeksema van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen en de onafhankelijke deskundige Corné Rodenburg, van stichting NIVRE Calamiteiten & Projecten. Voor de gelegenheid is ook RTV Noord erbij om verslag te doen.

Gedoe

Huisman vertelt: “Ik heb de schade recent nog bij het CVW gemeld. En nu zitten jullie hier. Het maakt mij niet zoveel uit wie ernaar kijkt, als er maar naar gekeken wordt. Jarenlang heb ik er niks mee gedaan. Ik zag op tegen al het gedoe, vanwege de verhalen die ik overal hoorde. Maar de scheur werd steeds groter en ik begin me zorgen te maken. Wie zegt me dat straks niet de muur naar voren komt?”

Nadat iedereen zich heeft voorgesteld en Wim Jaap een korte introductie heeft gehouden, gaat het gevolg naar de slaapkamer. Ineens wordt iedereen een beetje stiller. Omdat het nog wat onwennig is en het serieuze werk begint. Maar ook omdat iedereen voelt dat het toch de privévertrekken zijn waar we binnentreden.

Blij

Huisman heeft er overigens geen moeite mee. Ze is blij dat er iemand komt kijken. “Kijk, hier begon het, daarna ging het naar onderen en nu zelfs helemaal opzij.” De deskundige maakt driftig foto’s met zijn tablet en schrijft er aantekeningen bij. “Zullen we ook nog even een rondje door het hele huis maken?”, vraagt hij. 

Kamer voor kamer worden de muren langsgelopen en ontdekt de deskundige hier en daar nieuwe scheuren. Ook volgt een rondgang buitenom, waar hij eveneens kleine beschadigingen vindt bij  het voegwerk. Nadat alle schade is opgenomen, zet het gezelschap aan de keukentafel het gesprek voort terwijl de deskundige zijn eerste calculatie maakt.

Noorwegen

“Het is toch raar dat ze nu pas tot het besef zijn gekomen dat de overheid het zelf moet regelen. Kijk naar Noorwegen, waar standaard 1,5 procent van de opbrengsten van mijnbouw gereserveerd wordt voor schadevergoedingen”, zegt Huisman. Vervolgens deelt de deskundige zijn eerste calculatie. Ze schrikt ervan, want er is meer schade dan ze dacht.

“En wat gebeurt er nu? Krijg ik van jullie een aannemer op bezoek?” De deskundige legt uit dat er eerst een collega-deskundige naar zijn bevindingen kijkt en dat daarna een adviesrapport wordt opgesteld dat ook zij als schademelder krijgt. Waarbij Wim Jaap aanvult dat ze vervolgens zelf twee weken heeft om daarop een reactie te geven. En dat daarna een besluit volgt van de Commissie over de aanvraag tot schadevergoeding.

Helder

Wim Jaap: “Het kan zijn dat de Commissie volledig meegaat in het advies. Maar dat is dus niet zeker, hou daar rekening mee. Na een eventueel besluit tot schadevergoeding mag u zelf kiezen welke aannemer u het werk laat doen.” Huisman denkt er eens over na en vraagt zich dan toch af: “Maar wat moet ik de aannemer precies zeggen over de verankering van die muur. Staat dat ook in het rapport?” Wim Jaap vraagt dat nog even na.

Al met al is Huisman tevreden over het verloop van de schade-opname. Maar gevraagd naar wat zij verwacht, is ze ook helder: “Het lijkt allemaal goed te gaan, maar eerst zien, dan geloven.” In juni wordt het besluit over de schadevergoeding voor mevrouw Huisman verwacht. Komende tijd wordt daarmee ook duidelijk hoe de vereenvoudigde behandeling grootschaliger toegepast kan worden. Om zowel voortvarend en ruimhartig, rechtvaardig en onafhankelijk besluiten te nemen over schadevergoeding.