Verder naar inhoud
Terug naar overzicht

14 april 2021

Reactie IMG op persbericht bestuurders Groningen en Drenthe

Het IMG neemt eind april een besluit over een paar belangrijke vraagstukken. Vooruitlopend hebben lokale en regionale overheden middels hun bestuurders via een persbericht  en interview hun standpunt bekendgemaakt. Gezien de media-uitingen en vragen die daarover komen, reageren we daar nu alvast op.

Gesprek

Allereerst hecht het IMG eraan begrip uit te spreken voor de zorgen die de bestuurders hebben, zoals ook overgebracht in een goed gesprek daarover met het bestuur van het IMG dat begin april plaatsvond. Het valt het IMG op dat de bestuurders in de gesprekken een zeer gematigde en begripvolle toon hanteren waar het gaat over de dilemma’s waar het IMG mee worstelt en die door ons zo open mogelijk worden gedeeld. Het is opvallend dat er in de media een heel andere boodschap klonk. Er is daarbij een ‘pittige brief’ aangekondigd. Inmiddels is er een persbericht gepubliceerd en interviews gegeven aan Dagblad van het Noorden en RTV Noord, de brief is aan de media verstrekt, maar wij zijn nog steeds in afwachting van de brief.

‘Doe geen onderzoek’

In het persbericht wordt op indringende wijze aan het IMG gevraagd de schadeafhandeling per direct voort te zetten voor een deel van de dossiers waar het IMG nu uit oogpunt van zorgvuldigheid een pas op de plaats heeft gemaakt. Ook wordt gesteld dat er geen extra onderzoek zou moeten plaatsvinden om het inzicht te vergroten in de schademechanismen die leiden tot de problemen waar zoveel Groningers en Drenten mee kampen.

Toch verwijzing

Verwarrend genoeg verwijzen de overheden ter onderbouwing wel naar eerder onderzoek uit 2018 en de aanbeveling die daarin staat om meer onderzoek te doen. Voor de helderheid: het nieuwe onderzoek van kennisinstituten TNO en TU Delft stelt dat er geen kans op directe schade is door diepe bodemdaling. Het IMG laat nog onderzoeken welke kans op indirecte schade er is. Uit eerder onderzoek is wel gebleken dat het daarbij vrijwel zeker om uitzonderlijke situaties gaat.

Onafhankelijkheid

We begrijpen dat regionale en lokale overheden opkomen voor de belangen van hun burgers. Zij roepen daarbij het IMG op om onafhankelijk te zijn. Tegelijk is het dan opmerkelijk dat zij zich op deze manier mengen in de besluitvorming van een onafhankelijk, zelfstandig bestuursorgaan met een semi-rechterlijke taak. Het IMG besloot en besluit onafhankelijk van de NAM, van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) én van de lokale en regionale overheden over aanvragen van individuele burgers, ondernemers en andere gedupeerden.

Nieuwe inzichten gebruikelijk

Het is daarbij de taak van het IMG, net als dat voor een rechter het geval is, om overeenkomstig het civiele aansprakelijkheidsrecht en in een procedure op basis van het bestuurs(proces)recht tot besluiten te komen. Het is gebruikelijk om daarbij de laatste juridische (en in dit geval) ook technische en wetenschappelijke inzichten in aanmerking te nemen. Terecht merken de lokale en regionale overheden op dat het IMG wordt geacht dat tevens (naast onafhankelijk) ruimhartig, rechtvaardig en voortvarend te doen met oog voor de menselijke maat.

Dilemma’s

Dat is de reden waarom we niet over één nacht ijs gaan, niet elk onderzoek uit het verleden accepteren als maatgevend en actief de lokale en regionale overheden informeren over de voortgang en ontwikkelingen. Het maakt ook dat we hen in de gelegenheid stellen ons te helpen met inhoudelijke argumenten en inzichten vóórdat we tot een besluit komen. Maar dat mag niet verward worden met de ruimte om te eisen dat er naar een uitkomst wordt geredeneerd vanuit politieke argumenten.

Feitelijk onjuist

Afsluitend wordt in het persbericht verkondigd dat alle inwoners nog steeds worden geconfronteerd met onder meer lange wachttijden en een juridische in plaats van menselijke aanpak. De overheden gaan daarbij voorbij aan hetgeen we hen bij herhaling, actief, open en transparant al jaren duidelijk maken. Namelijk dat de voortgang aanzienlijk is verbeterd, onder meer resulterend in gemiddeld een 7,9 rapportcijfer voor onze besluiten van hun eigen inwoners. Er zijn ruim 77.000 schademeldingen voor fysieke schade afgehandeld en er is ruim 930 miljoen euro schadevergoeding toegekend. De doorlooptijd (verwachte afhandeltijd) voor nieuwe schademeldingen is minder dan een half jaar.

En tegelijkertijd, zo haasten we ook altijd zelf te zeggen, gaat nog niet alles goed. We hebben omwille van zorgvuldigheid nu voor circa 2.900 schademeldingen tijdelijk de afhandeling stilgelegd. Daarbij gaat het overigens om relatief jonge meldingen. Het op grote schaal zeer langdurig wachten is al meer dan een jaar verleden tijd. Van alle openstaande schademeldingen is momenteel circa 1 procent nog zeer lang aan het wachten, dus meer dan twee jaar. Hoewel we terdege beseffen dat het in die individuele situaties bijzonder vervelend is, strookt dat zeker niet met het door de regionale bestuurders geschetste beeld dat nog altijd heel Groningen lang wacht op afhandeling. De onjuiste weergave van de stand van zaken draagt ook niet bij aan het verder herstellen van het vertrouwen van Groningers in de schadeafhandeling.