Het IMG heeft op hoofdlijnen een regeling ontwikkeld voor de vergoeding van immateriële schade, zoals leed en gederfde levensvreugde die veroorzaakt zijn door gaswinning van de NAM. Een eventuele vergoeding wordt per persoon toegekend en kan variëren van € 1.500 tot € 5.000. In zeer uitzonderlijke situaties kan de vergoeding hoger uitvallen.
Persoonlijke regeling voor deel van Groningers
Bodembeweging (zoals aardbevingen) door gaswinning heeft impact op veel Groningers en Drenten. Voor een deel van hen is de impact zo groot, dat zij immateriële schade lijden of geleden hebben die voor vergoeding in aanmerking komt. Het IMG handelt die schade af op basis van het civiele aansprakelijkheidsrecht.
Het IMG heeft gezocht naar een regeling die zo veel mogelijk rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de individuele bewoner, maar die tegelijkertijd laagdrempelig, eenvoudig en snel is. Hoewel de groep die in aanmerking komt beperkt is, zijn de aantallen met waarschijnlijk enkele tienduizenden, alsnog omvangrijk. De regeling voor de vergoeding van immateriële schade zoals het IMG die nu op hoofdlijnen heeft ontwikkeld is uniek in Nederland.
Regeling biedt geen vergoeding overheidsfalen
Groningers en Drenten ervaren ook leed door de wijze waarop de gaswinning en de effecten daarvan zijn aangepakt door de overheid. Bij veel van hen is het vertrouwen in de overheid verloren gegaan. Met de regeling van het IMG wordt dit leed niet gecompenseerd. Of er een vorm van genoegdoening zou moeten komen naar aanleiding van het handelen van de overheid, is aan de politiek. Het IMG handelt de schade af waarvoor de NAM verantwoordelijk kan worden gehouden.
De procedure op hoofdlijnen
Wanneer een aanvraagprocedure wordt gestart, verzamelt het IMG relevante gegevens over iemands persoonlijke situatie. Het IMG beschikt deels zelf over deze gegevens, zoals de omvang van de fysieke schade, de precieze woonlocatie, de duur van de schadeprocedures en de veiligheidsomstandigheden. Dit geeft een eerste indicatie van de omvang van de immateriële schade.
Daarnaast zal een vragenlijst voorgelegd worden die een indicatie geeft van het persoonlijk ervaren leed. Wanneer gewenst zal het ook mogelijk zijn hiervoor een gesprek aan te vragen. Het geheel aan informatie vormt de basis voor een eventuele persoonsaantasting. Dat laatste is volgens de wet nodig voor een aanspraak op vergoeding van immateriële schade.
Vergoedingen IMG
Op basis van gegevens over al deze persoonlijke omstandigheden van de individuele bewoner kan het IMG besluiten dat sprake is van een persoonsaantasting (€ 1.500), een ernstige persoonsaantasting (€ 3.000) of een zeer ernstige persoonsaantasting (€ 5.000). In uitzonderlijke situaties kan de vergoeding hoger uitvallen. Deze bedragen zijn in lijn met eerdere uitspraken van rechters en het advies van de Commissie Verheij.
Start begin 2021
De regeling start in het eerste kwartaal 2021 en daarmee later dan de beoogde 1 november 2020. Omwille van zorgvuldigheid is meer tijd nodig om de eerdergenoemde vragenlijst met persoonlijke vragen op te stellen en in een digitale aanvraagprocedure in te bouwen. Ook is er nog tijd nodig voor het nader uitwerken van de regeling. Juist het persoonlijke karakter van de regeling maakt dat er tal van omstandigheden denkbaar zijn om mee te wegen. We kunnen ze niet allemaal voorzien en willen ze ook niet allemaal in regels vatten. Maar we willen er wel op voorbereid zijn. Komende tijd zal ook daar nog veel aandacht aan worden gegeven.
Maatschappelijke organisaties
Over de ontwikkeling van de regeling is intensief gesproken met de maatschappelijke organisaties Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad. Ook is er overleg geweest met de Tafel Sociaal en Gezondheid van gemeenten. De besprekingen waren niet bedoeld om tot een gezamenlijk product te komen. Dat is ook niet het geval. Het IMG is nu eenmaal verantwoordelijk voor de regeling. De gesprekken zijn wel zeer waardevol geweest. Zo is het opnemen van de persoonlijke vragenlijst in de aanvraagprocedure een belangrijke uitkomst geweest, net als het bieden van helderheid over het verschil tussen het leed veroorzaakt door de NAM en het leed dat samenhangt met het handelen van de overheid.