Sinds gisteren zijn de fysieke schade-opnames hervat. Voor deze week staan er 450 ingepland. Bewoonster Anja uit Bedum verwelkomde als een van de eerste schademelders een deskundige. De opname verliep vlekkeloos. “Als je je gezond verstand gebruikt, kom je een heel eind.”
Om klokslag 08.30 uur stond deskundige Erik Lolkema van CED op de stoep. Bij de achterdeur in dit geval, omdat ‘achterom’ meer ruimte biedt. Daardoor is het makkelijker anderhalve meter afstand te bewaren. En dat is een van de voorwaarden voor een schade-opname ‘corona-stijl’. Net als bijvoorbeeld een kwartier van tevoren de woning ventileren. “Ik had de ramen en deur dan ook tegen elkaar opengezet.”
Uitlegrondje
Aan de keukentafel namen zij en Lolkema de schade-opname door. Normaal gesproken doet de zaakbegeleider van de TCMG het voorstel- en uitlegrondje, maar ook dat is er in deze tijden niet bij. Schade-opnames zijn dan weliswaar hervat, maar alleen de schademelder en de deskundige mogen daarbij aanwezig zijn. En dan het liefst zo weinig mogelijk in dezelfde ruimte, om het onderlinge contact zoveel mogelijk te beperken. Schademelder en zaakbegeleider hebben overigens wel voor- en achteraf telefonisch contact. De begeleiding vindt tijdens het gehele proces op afstand plaats.
We zaten elk aan een kant van de tafel”, zegt Anja. “Keurig op meer dan anderhalve meter. Er werd niet gekucht of gehoest, maar dat is ook niet zo gek. Als ik de afgelopen dagen ook maar enigszins het idee had gehad dat ik ziek zou worden, had ik de schade-opname afgeblazen. We hebben wel een kopje koffie gedronken. Misschien was dat niet zo handig, maar dat zit gewoon in me: als mensen bij mij over de vloer komen, bied ik ze iets te drinken aan. Dat is gastvrijheid.”
Moeizamer
Na de uitleg volgde de opname rondom de woning waarbij het bewaren van anderhalve meter afstand vanzelfsprekend geen probleem vormde. Binnen ging dat wat moeizamer. “De indeling van de woning staat het bewaren van de juiste afstand niet altijd toe. We hebben er een beetje mee gespeeld zeg maar. Je maakt er beste van.”
Nadat Lolkema meer dan twintig schades had geconstateerd was de opname voorbij. Voor Anja was dit de tweede keer, ze kan de opname dus vergelijken met die van voor de coronacrisis. En daar zit, op de beperkingen na, niet zoveel verschil in, zegt ze. “Het was bijvoorbeeld niet dat de opname gejaagder verliep. Helemaal niet zelfs, hij nam er alle tijd voor. Ik voelde dan ook beslist geen druk om de opname sneller te laten verlopen vanwege de omstandigheden."
Poetsbeurt
Na het vertrek van Lolkema heeft de woning een extra poetsbeurt gekregen. “Ik ben alle deurkrukken langsgegaan met Dettol doekjes en heb de stoel waarop hij gezeten heeft ook schoongemaakt. Geen idee of het helpt, maar het geeft mij een goed gevoel.”
Of de corona-opname een goed alternatief is voor de standaard schade-opname? “Bij mij in huis wel. Het was prima te doen.” De beperkingen vormen geen onoverkomelijk obstakel. “Nee, als je je gezond verstand gebruikt, kom je een heel eind.”
Voordelen
Ook Lolkema kijkt met een goed gevoel terug op zijn eerste schade-opname in de coronacrisis. “Ik heb m’n werk kunnen doen in hetzelfde tempo als anders. Er is niet zoveel verschil op de ‘anderhalve meter’, de afwezigheid van de zaakbegeleider en ‘minder mensen in een ruimte’ na. ”En dat laatste heeft z’n voordelen. “Met drie man in een slaapkamer is vaak wat krap. Moet je geregeld vragen of iemand even uit beeld wil stappen omdat je zo beter een foto van een schade kunt maken.”
Lolkema kent in deze tijden van corona geen angst om bij een vreemde over de vloer te komen. “Ik sta er nuchter in. Ben gezond en de bewoner is ingelicht door TCMG over de voorwaarden. Als die nageleefd worden, vind ik het prima.”
Duidelijk
Hij gaat er op voorhand vanuit dat de situatie veilig is. “En als ik het gevoel zou krijgen dat dit tijdens de opname verandert, bijvoorbeeld omdat de bewoner toch gezondheidsklachten vertoont, dan kap ik de opname af, licht ik de TCMG en mijn manager in en laat ik een nieuwe afspraak inplannen. Daar kun je niet duidelijk genoeg in zijn.”