Als gedeputeerde voor het gaswinningsdossier maakte Eelco Eikenaar de opmaat en start mee van de schadeafhandeling onder TCMG. Hij zwaaide recent af. In een terug- en vooruitblik vlamt een vurige wens op: “Geef mensen de grip op hun leven terug”. Maar ook de verzuchting echoot: “Alleen onder grote druk verandert hier iets. Nog steeds.”
In dit derde deel van onze interviewreeks met betrokkenen in het gasdossier, treffen we Eelco Eikenaar aan de keukentafel in zijn tussenwoning in Groningen, terwijl zijn kinderen om hem heen dartelen. Hij is in between jobs en heeft voor even meer tijd voor het leven als gezinsman. In de vier jaar als gedeputeerde trouwde hij, verhuisde hij vanuit Amsterdam naar Groningen en werd hij vader van twee zoons.
Wat valt u op nu u meer op afstand komt te staan?
“Bij dit dossier stond ik echt 24 uur op scherp. Dat merk ik nu pas echt. Het is onvermijdelijk want als je echt iets wil veranderen, moet je de druk er ook continu op houden. De druk op Den Haag bedoel ik dan. En wat je extra scherp maakt is dat je vecht voor mensen die hun eigen toekomst zien verkruimelen en die van de gemeenschap waar ze in leven.”
Hoe bent u in het gasdossier gerold?
“Bij de campagne voor de provinciale verkiezingen was de inzet: als we de grootste worden dan willen we de portefeuille gaswinning. En dat lukte. We wilden de gaswinning omlaag en versterking en schadeafhandeling in publieke handen brengen en zo menselijk mogelijk. We wisten dat het een hell of a fight zou worden. Want het was onbespreekbaar voor de toenmalige minister Henk Kamp.”
U bent liefhebber van geschiedenis. Hoe zou u de geschiedenis van de schadeafhandeling beschrijven?
“Ik weet nog dat we een jaar na mijn aantreden een miniconferentie hadden met wetenschappers en de maatschappelijke organisaties om door te praten over hoe de schadeafhandeling publiek zou kunnen worden. Wij wilden allemaal de NAM helemaal uit de schadeafhandeling halen. Toen werden we nog voor gek versleten. De NAM was nou eenmaal aansprakelijk, daar zou nooit verandering in komen, werd iedereen voorgespiegeld. Een idioot idee was het. Een probleem met een privaat bedrijf, dat vecht je maar voor de rechter uit als het je niet zint. Zo stond de minister er toen in, principieel.”
Hoe is dat toch gelukt, in ieder geval voor de schadeafhandeling?
“Wat mij betreft was het onvermijdelijk. En iedereen die er een beetje kijk op had, wist dat ook. Daar hoefde je echt geen helderziende voor te zijn. Als je gaswinning en de schadeafhandeling overlaat aan een privaat bedrijf, dan komt menselijkheid nooit voorop te staan, dan is onrecht de enig mogelijke uitkomst. Maar helaas moest het eerst nog veel erger worden, voordat het besef ook in Den Haag zou landen.”
De frustratie zit nog hoog?
“De tragiek is dat een dergelijke andere kijk op de zaak, een echt andere aanpak, voortdurend bevochten moest worden. Daar is heel veel energie in gaan zitten van heel veel mensen. Het duurde allemaal veel te lang. De schadeafhandeling kwam eerst een jaar stil te liggen. Er zijn toen wel verwoede pogingen gedaan het in overheidshanden te brengen, maar er was onwil. Daarom hielden we de druk erop, maar die werd niet groot genoeg. Pas na de aardbeving Zeerijp was de druk groot genoeg en kwam het ineens voor elkaar.”
U zegt, het duurde te lang. Waar merkt u dat aan?
“Het was eigenlijk al te laat en daar is het stuwmeer van schademeldingen een gevolg van. En omdat het alleen onder grote druk voor elkaar komt, moet het vervolgens heel snel opgezet worden. Opbouwen en uitvoeren krijgen dan te weinig aandacht en je blijft de ellende uit het verleden met je meedragen.”
Wat heeft dit met Groningers gedaan in die jaren?
“De toekomst is voor mensen onzeker. Door de schade die het huis oploopt en doordat de oplossing dan maar niet komt. Als het ook nog versterkt moet worden, wordt de onduidelijkheid nog groter. Je zit in een angstige situatie. De ene keer krijg je te horen dat je huis wel versterkt wordt, dan weer niet. Op een gegeven moment zie je geen toekomst meer voor jezelf. Door beloften die telkens gebroken worden, raken mensen de grip op hun leven totaal kwijt. Dat is ook wat je onmiddellijk voelt als je met mensen praat.”
Hoe kunnen mensen dat gevoel van grip terugkrijgen?
“Vooral door te stoppen met achter de feiten aan te lopen. Bouw nu meteen aan iets dat toekomstbestendig is. Geef mensen zeggenschap, grip op hun eigen leven en leefomgeving. Ook de stuwmeerregeling is weer een reactie op iets wat niet goed gaat. Achteraf dat proberen te repareren wat je van mijlenver kon zien aankomen. Je ontkomt er niet aan op dit moment, omdat je eerder niet de besluiten nam die wel nodig waren.”
Welk besluit zou er dan genomen moeten worden?
“Mijn ideale situatie is dat je zegt: je woont boven het aardbevingsgebied. Zorg dat er zo min mogelijk schade van komt. Dus stop de gaswinning zo snel mogelijk. Maar als er toch schade wordt veroorzaakt, moet je zonder dralen geholpen worden. In heel Nederland hebben mensen scheuren in huizen. Maar in Groningen is dat massaal en het geeft een hoop sores en ellende. Omdat je de pech hebt in een provincie te wonen waar dat wordt veroorzaakt, mag daar ook een ruimhartige oplossing tegenover staan. Ook als daarmee wellicht een keer een scheur wordt verholpen die misschien niet door een aardbeving komt.”
Hoe valt dat te organiseren?
“In het begin was het idee al dat je mensen faciliteert om het zelf op te lossen. Wij regelen een aannemer voor je en die komt het fiksen. Dus als jullie straks door het stuwmeer zijn geworsteld, dan sturen jullie de aannemer bij een volgende scheur. En gewoon op basis van gezond verstand vergoeding toekennen. En natuurlijk moet je dat juridisch goed inregelen, maar dat is niet het uitgangspunt. Het uitgangspunt is dat mensen goed en snel geholpen worden.”
Hoe komt de TCMG nu op u over wat dat betreft?
“Het basisidee is goed. Maar laat het wantrouwen varen. Mensen weten gewoon niet of de scheur door de aardbevingen komt, maar grote kans dat dat wel het geval is. Er is in die jaren dat ik gedeputeerde was geen enkele aanleiding geweest om mensen te wantrouwen. Als er misbruik was, hadden we het geweten. Ik ken geen voorbeelden. Er is nu zoveel ellende niet opgelost, omdat de basishouding te lang is geweest om tot het gaatje te gaan in het bewijzen van aardbevingsschade. Mensen gaan niet voor het geld, mensen willen hun leven terug. Help ze gewoon, dat is niet meer dan normaal.”
Kortom, werk aan de winkel voor de TCMG?
“Er is nog een slag te maken in het minder juridisch doen. Hou het praktischer en het juridische moet er vooral zijn als borging voor mensen zelf. De vraag moet zijn: hoe repareren we scheuren? In plaats van hoe zetten we zo veel mogelijk van het apparaat in om te voorkomen dat er misschien een enkeling is die ten onrechte een schadevergoeding krijgt. Ook als je een scheur hebt waarvan uiteindelijk zou blijken dat die niet door een aardbeving komt, ben je daar soms al vijf jaar mee bezig. Dat is ook onrecht en schade.”
Dus nog altijd moet de knop om in het denken?
“Afgelopen jaar heb ik ook geregeld over de deskundigen gehoord die jullie inzetten, dat ze met allerlei argumenten komen waarom er geen mijnbouwschade zou zijn. Dat ze bij een bezoek zeggen dat mensen te hard met deuren zouden slaan. Dat veroorzaakt wantrouwen zelfs als alle schade uiteindelijk wordt toegekend. En dat soort gedrag leidt dan uiteraard ook tot heel veel zienswijzen en alle vertraging die daarbij hoort. Ik weet niet hoe vaak dit voorkomt, maar ieder geval is er een te veel en ik hoor het te vaak. Want de ervaringen die deze deskundigen veroorzaken, die tellen zwaar.”
Waar staan we over vijf jaar? Wat kan iedereen nu op z’n klompen aanvoelen?
“Ik ben heel voorzichtig geworden in het hechten van waarde aan voorspellingen over aardbevingen. Niemand weet wanneer de bevingen stoppen en hoe lang het risico op een zware beving blijft. Maar ik denk dat het apparaat om te versterken en schade af te handelen nog heel lang, heel hard nodig is. En alsjeblieft, zorg dat schade en versterken bij elkaar komen. Zorg dat je in een situatie komt waarin je niet meer achter de feiten aanloopt. Dat de permanente crisis ophoudt. De problemen zijn best oplosbaar als je echt wil. Laat het niet langer nodig zijn dat Groningers continu voor iedere millimeter vooruitgang moeten vechten. Geef Groningers de ruimte om te bouwen aan hun eigen toekomst.”