Verder naar inhoud
Bekijk alle verhalen

Monumenten herstellen is maatwerk

Met zijn eeuwenoude geschiedenis, imposante architectuur en prachtige park is de Fraeylemaborg een bekende en geliefde plek in de provincie Groningen. De borg ligt in Slochteren, in de kern van het gaswinningsgebied, en heeft in de loop der tijd onder de aardbevingen te lijden gehad. “Niet alleen het herstellen van bevingsschade aan zo’n cultuur-historisch monument is werk voor specialisten,” vindt architect cultureel erfgoed Daniël van Huizen, “ook het beoordelen ervan.”

KVDV 20240924 Fraeylemaborg Architect 08 1920
KVDV 20240924 Fraeylemaborg Architect 04 1920
KVDV 20240924 Fraeylemaborg Architect 06 1920

Steenhuis

De Fraeylemaborg werd in de 14e eeuw gebouwd als steenhuis; een versterkt woonhuis met een gracht eromheen. Sindsdien hebben de diverse adellijke bewoners de borg uitgebreid en verfraaid.

Helaas is de Fraeylemaborg, net als veel andere gebouwen in de regio, beschadigd door de aardbevingen als gevolg van de gaswinning in Groningen. Muren, fundering en sierplafonds hebben flink te lijden gehad onder de trillingen.

Werk voor specialisten

Van Huizen is al jaren als architect cultureel erfgoed betrokken bij de Fraeylemaborg. Volgens hem is het beoordelen van schade aan monumenten werk voor specialisten. “Dat inzicht leefde nog niet toen wij de eerste schades meldden bij de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen, de voorloper van het IMG. Dan kwam er een deskundige kijken of de schade te maken had met de aardbevingen. Deze deskundigen werden in het begin overal vandaan gehaald. Maar iemand die altijd voor een verzekeraar heeft gewerkt, kijkt toch anders naar schades dan een monumentenspecialist.

Een specialist cultureel erfgoed heeft bijvoorbeeld oog voor specifieke methoden voor herstel van oude gebouwen. Monumenten als de borg herstel je traditioneel. Is er een oude steen kapot? Dan zet je er een gelijkwaardige oude steen in. Zijn de scheuren dunner? Dan injecteer je een minerale mortel. Of neem scheuren in monumentaal stucwerk. Als je die alleen voor het oog herstelt, esthetisch herstel noemen we dat, dan neem je de onderliggende schade niet mee. Maar scheuren in monumentaal stucwerk betekent in 80 procent van de gevallen ook scheuren in het achterliggende metselwerk. Als je die achterliggende scheuren niet repareert, zorgen ze onvermijdelijk voor nieuwe beschadigingen van de stuclaag.”

Maatwerk

“Uiteraard heeft dat diepgaand herstel gevolgen voor de kosten. Als je het achterliggende metselwerk aanpakt, moet je vaak meer dan het zichtbaar beschadigde stucwerk weghalen. En waar een normale steen misschien een euro kost, kost een kloostermop tien euro. Schade aan monumenten als de Fraeylemaborg kun je dus niet met een algemene norm beoordelen. Daarvoor is maatwerk nodig. Maar als je afwijkt van de standaard, wordt het vaak ingewikkeld. We hebben in het begin dan ook een aantal keren een zienswijze tegen het besluit van het IMG ingediend. Omdat het toegekende bedrag echt te laag was om volgens de herstelmethodiek die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voorschrijft te werken.”

Minder bezwaarprocedures

“Bij de Fraeylemaborg zag de toenmalige directeur al snel in dat je voor een goede en complete schadeopname specialisten cultureel erfgoed, zoals wij, mee moet laten lopen met de opname door de schadedeskundige. Zo’n deskundige trekt immers een conclusie en dan ligt het vast. Kom je daarna met specialistische kennis over bijvoorbeeld herstelmethodieken, dan kom je automatisch in een bezwaarprocedure terecht. Dat kost iedereen tijd en geld. Door eerder kennis over herstelmethodieken bij de schadeopname te betrekken, kom je sneller tot een realistische inschatting van de kosten. Het IMG heeft in de loop van de tijd ingezien dat het betrekken van specialisten belangrijk is bij het opnemen van schades. Dat scheelt hen natuurlijk ook in het aantal bezwaarprocedures op een besluit.”

Preventief herstel

Dat monumenten hun eigen aanpak nodig hebben, blijkt bijvoorbeeld uit het restauratiewerk aan de sierplafonds in de grote en kleine zaal van de Fraeylemaborg. Daniël: “In 2016 hebben we de schade aan het interieur van de borg hersteld. Daarbij hebben we ook het ornamentele plafond van de grote zaal, die wordt gebruikt als trouwzaal, aangepakt. Veiligheid was hier een belangrijk aandachtspunt. Het plafond is aangesmeerd op riet en de constructie hangt feitelijk met ijzerdraad aan de balken erboven. Dit ijzerdraad was in slechte toestand en als alles stil hangt, is er weinig aan de hand. Maar het ijzerdraad was door de matige conditie niet bestand tegen trillingen door aardbevingen. Het plafond werd daarmee een ‘high risk building’ element, een deel van het gebouw dat een gevaar voor de veiligheid gaat opleveren. Je ziet het vaker bij schoorstenen, maar nu dus ook bij dit sierplafond. Het is een apart soort schade, die je preventief wil aanpakken. Typisch iets voor een monument als de Fraeylemaborg.”

Inkomstenderving

“Het verstevigen van het plafond was een hele klus. Met speciale schroeven hebben we het plafond stevig aan de balken vastgemaakt, zodat het gewicht niet meer door de oude ijzerdraadjes werd gedragen. Maar de grote zaal is wel een trouwlocatie, dus je blijft het liefst open voor publiek. De werkzaamheden moesten plaatsvinden in een rustige periode. Dat werden de maanden januari, februari en maart. De borg ging dicht. Dan loop je wel inkomsten mis, maar ja, het moest toch gebeuren. Gelukkig vergoedde het IMG ook de inkomstenderving die volgde uit het schadeherstel.”

Restauratiewerk blijft

“Een paar jaar geleden voerden we een grote restauratie uit aan de borg. Dat komt ongeveer elke 50 jaar terug. Vooraf namen we de bevingsschade op, die we meenamen in het project. Het was een enorme klus. We vervingen stucwerk, brachten isolatieglas aan, isoleerden de daken en er kwam een waterkerende laag op de dakbedekking. En nog veel meer. De bevingen blijven, daar houden we rekening mee. We zien het nu al, er zijn nieuwe scheuren maar we wachten het rapport van NCG over de versterking af voordat die melden bij het IMG. Restauraties blijven ook. Monumenten als de Fraeylemaborg verouderen, dat is normaal. Fundament, stuc- en metselwerk, de gevels… overal komt spanning op en dat werkt door. In het bevingsgebied zien we wel dat die veroudering sneller gaat. Trillingen zoeken nu eenmaal de weg van de minste weerstand en raken de nieuwe zwakke plekken als eerste.

Dus ook zonder bevingen is restauratie regelmatig nodig. Dat hoort er nu eenmaal bij. Wij zijn in elk geval trots op ons werk voor dit unieke cultuur-historische gebouw. Iedereen kent de Fraeylemaborg en heel veel mensen hebben er plezier van.”

Bekijk alle verhalen