“Een monument is echt wat anders dan een gewoon huis”
In 2020 riep de ANWB Winsum uit tot het mooiste dorp van Nederland. En het ís ook prachtig, met z’n molens, het kanaal dat zich door het oude centrum slingert en de 59 monumentale panden die het dorp rijk is. Een van die monumenten is de voormalige burgemeesterswoning aan de Schilligehamsterweg. Een ander is het Jacobijnenhuis op het hoogste punt van de Winsumer wierde. Douwe Jan Elzinga, emeritus hoogleraar staatsrecht en historicus, is eigenaar van beide panden. In het ene woont hij, het andere redde hij van de sloop en is nu in gebruik als bedrijfsverzamelgebouw en appartement.
Bouwval
“Rond de eeuwwisseling woonden we achter wat nu het Jacobijnenhuis is. Toen we hoorden dat het gebouw gesloopt zou worden om er een cafetaria neer te zetten, zeiden we tegen elkaar: dat gaan we niet laten gebeuren. We kochten het pand, of eigenlijk de bouwval, in 1999 met het idee om het te renoveren en door te verkopen. Maar dat liep anders. De 17e eeuwse bakkerij bleek namelijk een nog langere historie te hebben. Bij het bouwkundig onderzoek ontdekten we een middeleeuwse muur van kloostermoppen en zeven kloostervensters. Waarschijnlijk was hier dus ooit het Jacobijnenklooster van Winsum gevestigd. Omdat het in de 16e eeuw tot de grond toe was afgebroken, kon niet eerder met zekerheid worden gezegd waar het had gestaan. Dus dat was een hele leuke vondst.”
Solide
“Je zou denken dat zo’n oud pand erg te lijden heeft onder de aardbevingen. Maar blijkbaar is het solide gebouwd, want het houdt het zich goed. De schade binnen – vooral scheuren in het pleisterwerk – kregen we gemakkelijk vergoed. Over de buitenkant is wel discussie geweest. De houten voorgevel, die zo’n 20 centimeter voor de oorspronkelijke muur staat, is helemaal kromgetrokken. Daardoor staat er druk op de voordeur en de raamkozijnen, de hele gevel raakt uit z’n verband. De deskundige van het IMG zei: ‘Dat is geen aardbevingsschade’, al gaf hij wel toe dat het er door de bevingen niet beter op is geworden. Maar hij legde de relatie niet, dus we kregen er geen vergoeding voor.”
Italiaanse villa
“Van het Jacobijnenhuis is het vijf minuten lopen naar de Schilligehamsterweg, waar we nu wonen. Ons huis valt door z’n vorm – tien bij tien bij tien meter – en de witte pleisterlaag nogal op tussen de gebouwen van rode Groningse baksteen er omheen. Burgemeester Jan Schepel, die het in 1872 liet bouwen, ging vaak naar Zwitserland en Italië. Ik denk dat hij zich voor het ontwerp heeft laten inspireren door de villa’s bij het Lago Maggiore. Maar verder was het een echte Groninger. Na zijn burgemeesterschap heeft hij zich van 1874 tot 1901 als Tweede Kamerlid voor het Noorden ingespannen. Hij behartigde de belangen van de landbouw en veeteelt en bevorderde de aanleg van spoorwegen in dit gebied.”
Het Schepelhuis
“Als bewoner van een rijksmonument ben je een passant. Ik vind het belangrijk om dit huis voor toekomstige generaties te behouden, met oog voor de geschiedenis ervan. Toen we hier in 2007 kwamen wonen, hebben we de oorspronkelijke slingertuin samen met Het Groninger Landschap gerestaureerd. Wat we ook terugbrachten, is de mogelijkheid om hier te trouwen. Mijn echtgenote is buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand en sluit nu en dan een huwelijk in onze woonkamer. Net als de burgemeester 150 jaar geleden, toen het nog zijn ontvangstruimte was.
In de volksmond heette dit pand al Het Schepelhuis en dat hebben we in 2023 officieel gemaakt met een plaquette bij de deur. Voor de onthulling ervan door de huidige burgemeester hadden we veertig nazaten van Jan Schepel uitgenodigd. Heel bijzonder en leuk was dat.”
Aardbevingen
“Toen we het huis kochten, waren aardbevingen nog niet aan de orde. De beving in Huizinge, in 2012, die hebben we wel gevoeld. Het huis is heel stabiel, heeft een enorm brede fundering, maar wel halfsteens muren. Bij een stevige beving trilt het. De schade was – en blijft – gelukkig beperkt. Er zijn de afgelopen jaren verschillende instanties komen kijken, met verschillende experts. Dan krijg je een heel boekwerk met scheuren. Ook het IMG is langs geweest en heeft de schade keurig afgehandeld. Ach, met oude huizen is altijd wat dus we zijn wel wat gewend. En het is bij ons niet zo erg als in de kern van het aardbevingsgebied.”
Aandacht voor monumenten
“Wat we in het begin wel gemist hebben, was bijzondere aandacht voor monumenten. Of je nu in een gewoon huis woonde of in een monument, dat maakte voor de schadeafhandeling geen verschil. Terwijl het echt wel verschil maakt. Bij een monument mag je niet zomaar ingrijpen. Vaak zijn daar vergunningen voor nodig, oude materialen, gespecialiseerde vakmensen. Dat maakt het herstel ingewikkelder en duurder. Ik heb begrepen dat daar inmiddels meer aandacht voor is. Bouwkundigen die voor het IMG de schade komen opnemen en ook verstand hebben van monumenten. Regelingen waar je als monumenteigenaar eerst niet voor in aanmerking kwam, maar nu wel. Een goede ontwikkeling.”
Rijen
“Ik heb eigenlijk niks te klagen over de schadeafhandeling. Wat niet wil zeggen dat er niks fout is gegaan. Bijvoorbeeld met de subsidieregeling van 10.000 euro in 2022, waar Groningers met schade hun huis van konden verbeteren en verduurzamen. Die rijen mensen bij het gemeentehuis van Winsum die zich hiervoor wilden aanmelden… Zelf hebben we uren online in de wacht gestaan. Eerst waren we als tienduizendste aan de beurt, toen als vierduizendste. Dat was een beschamende vertoning. Gelukkig is dat later gerepareerd.
In mijn omgeving hoor ik weleens wat over de aardbevingsschade van anderen. Sommigen zijn er heel intensief mee bezig, putten alle regelingen voor driehonderd procent uit. Daar zitten ook mensen bij die het geld niet echt nodig hebben. Anderen zijn juist heel bescheiden, terwijl zij de schadevergoeding heel goed kunnen gebruiken. Tja, die regelingen zijn er natuurlijk voor iedereen, maar je ziet het geld het liefst gaan naar de mensen voor wie het bedoeld is.”