“Blij met hoe onze situatie is opgelost”
Monumentale panden kennen weinig geheimen voor Joop Leffers. Hij woont al zijn hele leven in monumenten, is lid van de Vereniging Groninger Monument Eigenaren én van Erfgoedvereniging Heemschut. Hij weet daarom ook als geen ander wat erbij komt kijken als zo’n gebouw schade oploopt.
Terugblikker
“Als je in een gemeentelijk monument woont, moet je een beetje van geschiedenis houden. Je moet een terugblikker zijn. En je moet beseffen dat zo’n huis nooit af is. Mijn vrouw en ik zijn er altijd mee bezig, maar dat vinden we leuk. Wat je daarvoor terugkrijgt, is de sfeer van zo’n huis. Als wij vanuit het centrum van het dorp aan komen lopen, heb je heel mooi zicht op het huis. Dan zijn we altijd enorm trots. Dat gevoel en die voorliefde heb je of heb je niet.”
Het is duidelijk: Joop is gepassioneerd over het huis in Veendam dat zijn vrouw en hij in 1993 kochten. Het dateert waarschijnlijk uit 1830, is in 1882 verbouwd en ze hebben het in de tweede helft van de jaren 90 gerestaureerd.
Schade
In de jaren daarna ontstond geleidelijk schade aan het huis. “Dat hoort een beetje bij een oud huis. Ook zonder aardbevingen. Dus ik was wel wat gewend”, vertelt Joop. Maar de situatie werd al snel erger. “In de achtergevel en aan de voorkant van het huis kwamen scheuren. En ook binnen. Toen heb ik voor mezelf een aantal schades proberen op te nemen. Ik heb een lijstje gemaakt en daarna contact gezocht met het IMG. Zij stuurden twee experts.”
Joop vond het een plezier om samen met hen naar de schades te kijken. “Dankzij de experts kwam er nog meer aan het licht dan ik al had gezien”, herinnert hij. “Het opnemen hebben ze heel zorgvuldig gedaan. Wat ik wel merkte, is dat het algemene deskundigen waren. Geen experts met specialistische kennis over monumenten. Ik hoorde dingen voorbijkomen als ’voegen uitkappen‘. Toen dacht ik: voegen kap je niet uit. Die zijn soms maar een millimeter dik. Als je die uitkapt, verniel je het monumentale metselwerk. Ook in het schaderapport kwam de term veelvuldig terug. Toen heb ik aangegeven dat dat niet de goede manier is. Daar is gelukkig naar geluisterd.”
Nuchter
Hoewel de familie Leffers verknocht is aan het huis, zorgde de schade niet voor veel emotie bij hen. “Ik sta er nuchter in. Het aardgas dat ze oppompen dient een doel. Het wordt voor heel veel gebruikt en ik zie daar het belang wel van in. Zoals heel Nederland ook geprofiteerd heeft van het gas. Als de overheid de mensen die schade hebben op een fatsoenlijke manier tegemoetkomt, zoals bij ons gebeurd is, vind ik het prima. Al had ik de schade natuurlijk liever niet gehad.”
Toch was de schadevergoeding die Joop kreeg niet meteen in orde. Nadat hij het eerste rapport ontving, diende hij een zienswijze in over de schade aan de dakgoot. Die schade was niet meegenomen in het rapport, maar kwam volgens hem wel door de aardbevingen. Het IMG bleef echter bij zijn besluit. Wanneer dat gebeurt, is er nog een mogelijkheid om het besluit aan te vechten, maar dat heeft Joop niet gedaan. “Het totale schadebedrag was rond de 12.800 euro. Mijn vrouw zei, terecht, dat we eieren voor ons geld moesten kiezen. Wie weet hoe het straks verder gaat? Misschien begint het hele proces van schade opnemen dan wel weer helemaal opnieuw. Daar hadden we geen zin meer in.”
De schade aan de goot bleek gelukkig mee te vallen. Die konden ze zelf laten opknappen. “En met de schadevergoeding kunnen we de rest aanpakken.”
Realistisch blijven
Zo nuchter en welwillend als hij zelf met de situatie omgaat, doet niet iedereen, merkte Joop. Tijdens zijn werk in het winningsgebied rondom Loppersum kwam hij mensen tegen die alle problemen aan hun huis maar wilden scharen onder aardbevingsschade.
“Daarmee verstoor je het proces”, vindt hij. “Ik kwam voor een dorpsvernieuwingsproject bij iemand over de vloer bij wie de verf van zijn huis helemaal afgebladderd was. Hij vertelde dat dat allemaal bevingsschade is. Dat is natuurlijk niet zo. Je moet wel realistisch blijven. Je woont in een oud huis en daar mankeert soms iets aan. Je moet het onderhouden. Dit soort dingen wekt argwaan bij instanties, waar mensen die echt aardbevingsschade hebben weer de dupe van worden.”
Overbuurman
Toch zijn er ook zaken die in enkele gevallen jarenlang moeizaam verlopen, zonder dat mensen het proces verstoren. Bijvoorbeeld bij Joops overbuurman, hoogbejaard en zonder computer. Joop hielp hem bij het vlottrekken van zijn proces. “Als je geen computer hebt, dus ook geen DigiD, sta je bij de overheid al met 10-0 achter”, merkte hij. Alles moest daarom schriftelijk en in persoon worden gedaan.
Aanvankelijk leek het niet zo’n moeilijke opgave. De buurman koos voor een vaste vergoeding voor de schade die hij had geleden. Er kwam iemand van het IMG bij hem langs die hem een handtekening liet zetten en vertelde dat het daarmee geregeld was. Opgelost, zou je denken. Maar dat viel tegen.
Joop: “Nadat die man langs geweest was, zou mijn buurman nog op een aantal brieven moeten reageren. Dat had hij niet gedaan. Op een gegeven moment is zijn dossier daarom gesloten. Toen ben ik met hem naar een spreekuur van het aardbevingssteunpunt in Siddeburen geweest, om dat weer vlot te trekken. Maar dat bleek heel moeilijk, omdat het dossier al gesloten was. Uiteindelijk bleek de oorzaak niet bij mijn buurman te liggen, maar bij het systeem van het IMG. Dat had een brief moeten aanmaken, maar dat was nooit gebeurd. Daardoor liep het mis.”
Maar daarmee kreeg de buurman niet meteen zijn geld. Het IMG vertelde namelijk dat hij geen aanspraak meer kon maken op de vaste vergoeding en dat het dossier nog altijd gesloten was.
Joop: “Het heeft veel moeite gekost om het op te lossen. Alleen iemand die daartoe geautoriseerd is, mocht het dossier namelijk weer openen. Dat mocht de IMG-medewerker die bij mijn buurman langs was geweest niet doen. Maar na drie bezoekjes aan het spreekuur en wel tien telefoontjes is het eindelijk gelukt. Zo zie je maar weer hoe belangrijk het is om óók een ander te helpen in dit proces, zelfs al gaat het bij jezelf wel goed.”